Soms denk ik dat ik als een beginnend vertaler de stap naar literair vertalen zou niet durven te nemen, hoewel het me ontzettend leuk lijkt. Ik weet niet namelijk precies hoe ik het moet aanpakken. Allerlei vragen dringen zich op, van de meest prozaïsche zoals de geringe honorering en of je ervan zal kunnen leven tot de eerder filosofische, of bijvoorbeeld de ideale vertaling überhaupt bestaat.
Sommigen noemen literatuur vertalen een kunst, een soort interpretatie van een origineel werk. Maar er bestaat ook de mening dat literair vertalen liever als een ambacht moet worden beschouwd. Ja, inderdaad, oefening baart kunst, maar zonder talent kom je er niet, toch? Ik denk, hoewel je geen schrijver bent, leg je toch wel iets van jezelf in je vertaling.
Volgens mij is in dit vak ook een opleiding waar de nadruk op de praktijk ligt essentieel. Je moet eindeloos oefenen, veel lezen, om je taalgevoel te ontwikkelen en vertrouwd te raken met allerlei soorten taalregisters. Het vakmanschap van de vertaler bestaat, neem ik aan, voor de helft uit talent en voor de helft uit scholing. Zou iemand van jullie als boekvertaler het aandurven (of heeft iemand van jullie het aangedurfd) om te gaan vertalen zonder een speciale opleiding? De wereld van het literair vertalen lijkt een gesloten bolwerk te zijn. Is te concurrentie binnen dit bolwerk groot? En hoe wordt er "nieuw bloed" toe toegelaten?
Op professionele internet forums hoor je vaak literair vertalers klagen over allerlei dingen. Over de geringe waardering voor hun vakmanschap. Over de magere honorering. Over het geploeter, de eenzaamheid. Maar desondanks schijnen literair vertalers stiekem te weten, dat ze een prachtberoep hebben. Toch?